Sportreglement
SPORTREGLEMENT
1. Praktische afspraken
Mailadres
Het nieuwe (en enige) mailadres van het bestuur is zvgroenendaal.merksem@gmail.com. Eerdere adressen zijn niet meer in gebruik. Voeg het toe aan de adressen in je mailbox, zodat onze mails niet in je spam belanden.
Lidgeld
Het lidgeld bedraagt €70. Gelieve het volledige bedrag VÓÓR de eerste speeldag over te schrijven op rekeningnummer BE36 0010 7855 1181, met vermelding van naam en ploeg. Gelieve uitsluitend via overschrijving te betalen om discussies achteraf uit te sluiten en hou rekening met de transfertijden van de banken. Wie toch last-minute de overschrijving uitvoert, moet zelf zorgen voor een duidelijk bewijs van betaling (rekeningafschrift, visueel bewijs op smartphone, ...).
Wanneer wij bij aanvang van de eerste speeldag geen betaling hebben ontvangen op bovenstaand rekeningnummer, is de speler NIET verzekerd en dus niet speelgerechtigd. Het team dat een niet ingeschreven speler toch opstelt, krijgt een 5-0 forfait.
Er geldt verminderd tarief vanaf de terugronde (35 euro).
Forfaits
Forfaits moeten ten laatste op de woensdag voor de wedstrijd doorgegeven worden via zvgroenendaal.merksem@gmail.com. Het tijdstip dat op de ontvangende mail staat geldt als bewijs. Bij een laattijdig forfait moet de ploeg die te laat forfait geeft 20 euro storten in de clubkas om de scheidsrechter te vergoeden.
Blessures
Een speler die geblesseerd is en aanspraak wil maken op de verzekering van Minivoetbal Groenendaal, moet de scheidsrechter na de match op de hoogte brengen van zijn blessure. De scheids zal hiervan melding maken op het scheidsrechterskaartje.
Een speler die een blessure pas later opmerkt, moet het bestuur binnen de 24 uur op de hoogte brengen, mondeling na de wedstrijd of via e-mail (zvgroenendaal.merksem@gmail.com) de dag erop.
Reglement fair play
- Gele kaarten zijn nog steeds -5 punten en rode kaarten -10 punten. Die worden na de beoordeling van de wedstrijd verrekend en niet meteen door de scheidsrechter van zijn/haar quotering afgetrokken.
- Forfait (aangekondigd of niet) resulteert in 0/10 voor de ploeg die forfait moet geven en 10/10 voor de tegenstander.
Kalender
Kalenderwijzigingen en wijzigingen van speeluren kunnen zich voordoen omwille van praktische redenen van het bestuur uit of owille van een aanvraag van een van de deelnemende teams aan de competitie. In de mate van het mogelijke zal hier gevolg aan gegeven worden mits akkoord van het bestuur en alle betrokken partijen. De duur van een wedstrijd kan aangepast worden voor het bekertornooi. De wedstrijd bestaat uit twee spelperiodes van eenzelfde duur, onderbroken door een pauze van twee tot vijf minuten.
2. De spelers
3. De ploegen
Voor een wedstrijd komt een maximum van vijf spelers op het veld en een onbeperkt aantal wisselspelers op de bank.
Bij het begin van een wedstrijd moeten er van elke ploeg minstens vier spelers op het veld aanwezig zijn. Als een ploeg op dat ogenblik geen vier spelers op het veld heeft, zal de scheidsrechter na een wachttijd van tien minuten een forfait uitspreken. Een ploeg die over vier spelers beschikt, is verplicht de wedstrijd te beginnen.
Aan een wedstrijd wordt een einde gesteld - behalve door het normale eindsignaal - wanneer door definitieve uitsluitingen, kwetsuren en andere omstandigheden het aantal spelers van een ploeg herleid wordt tot minder dan drie spelers.
Men kan tijdens het seizoen steeds nieuwe spelers inschrijven om (bv. bij langdurige blessures) over voldoende spelers te kunnen beschikken.
4. De punten
Puntentoekenning bij competitiewedstrijden en bij voorrondewedstrijden beker:
- 3 punten voor een overwinning
- 2 punten voor een gelijkspel
- 1 punt voor een verlies
- 0 punten bij forfait
Bij eventuele gelijkheid van punten tussen twee of meer ploegen in de competitie, wordt de stand opgemaakt in functie van volgende criteria:
- aantal gewonnen wedstrijden
- doelpuntensaldo
- hoogst aantal gescoorde doelpunten
5. Forfait en stopzetting
Een ploeg die op het voorziene aanvangstijdstip geen vier spelers kan opstellen, moet forfait geven. De score wordt in dat geval 5-0. Dat geldt ook als een wedstrijd vroegtijdig wordt gestopt. Bij toernooien kunnen deze cijfers aangepast worden.
Als het forfait wordt uitgesproken voor aanvang van de wedstrijd of wanneer de scheidsrechter de wedstrijd stillegt wegens aanhoudend protest, krijgt de ploeg die het forfait veroorzaakte 0 punten. Wanneer de wedstrijd moet stilgelegd worden als gevolg van blessures, krijgt het betrokken team toch 1 punt.
Een ploeg die in één seizoen 3x forfait geeft, kan door het bestuur geschrapt worden uit het verbond en eventueel vervangen door een ploeg die op de wachtlijst staat.
6. Vervanging van spelers
Spelers vervangen gebeurt enkel in het midden van het speelveld en steeds op een manier die elk mogelijk voordeel uitsluit. Bij blessures kan de scheidsrechter bijkomende vervangingen toestaan. Als de regels rond de vervanging niet gerespecteerd worden, mag de scheidsrechter een onrechtstreekse vrijschop toekennen, te nemen op de middenstip.
LET OP: de regels voor vervangingen verschillen tussen competitie en beker. Bekijk dus ook de specifieke reglementen na het algemene sportreglement.
Vervangingen mogen niet gebruikt worden als middel om het spel te rekken of de tegenstrever uit zijn concentratie te halen. Als de scheidsrechter van oordeel is dat een ploeg dit soort spelbederf systematisch toepast, kan hij maatregelen nemen door bv. gedurende een bepaalde tijd niet in te gaan op de vraag tot vervanging en/of overgaan tot het bestraffen met een gele kaart.
7. Fysiek contact
In onze competitie mag er geen opzettelijk lichamelijk contact zijn met een tegenstrever. Ruw spel is verboden. Beide worden bestraft met een rechtstreekse vrijschop of (in het strafschopgebied) een strafschop en/of gele of rode kaart.
Een tegenstander langs achter aanvallen is ook verboden. Hierop kunnen twee verschillende sancties volgen:
a) raken van de tegenstander = lichamelijk contact en dus rechtstreekse vrijschop
b) niet raken van de tegenstander = gevaarlijk spel en dus onrechtstreekse vrijschop
Het risico om iemand te raken is bij een aanval van achter en dus bij onverhoedse bewegingen van de nietsvermoedende speler dermate groot dat de spelregels strikt gehandhaafd worden. Het is de scheidsrechter die oordeelt of de aanval effectief "langs achter" dan wel "zijdelings" gebeurde, en of een verdere sanctie nodig is.
Handsbal: Bij minivoetbal mag niemand de bal met de hand of arm raken. De arm reikt tot en met het schoudergewricht. De sanctie is een rechtstreekse vrijschop of strafschop. Voor de beker geldt hetzelfde, behalve voor de keeper.
8. Bestraffingen
Opdat de scheidsrechter - behalve in de reeds voorziene gevallen - het spel binnen de sportieve grenzen zou kunnen houden, worden bovendien nog volgende sancties voorzien:
a) Verwittiging (gele kaart)
Wanneer een speler zich schuldig maakt aan zware overtredingen, onsportief gedrag, spelbederf, protesten en andere onsportieve feiten, kan de scheidsrechter hem de gele kaart tonen.
De ploegverantwoordelijke geeft de naam van de desbetreffende speler op aan de scheidsrechter, die de naam noteert en doorgeeft aan de verantwoordelijke voor de scheidsrechters. De eventuele opgave van een fictieve of foutieve naam is een poging tot ontoelaatbaar bedrog en impliceert een onmiddellijk ingaande schorsing van de betrokken speler EN de ploegverantwoordelijke gedurende 6 wedstrijden.
b) Uitsluiting (2 x geel)
Wanneer aan eenzelfde speler in dezelfde wedstrijd een tweede gele kaart getoond wordt, toont de scheidsrechter hem hierna onmiddellijk de rode kaart. Dat houdt in dat de speler het veld moet verlaten en zijn ploeg met één speler minder de wedstrijd verder moet zetten. De betrokken speler wordt automatisch en zonder verdere verwittiging voor de volgende wedstrijd (beker of competitie) geschorst.
Het bestuur houdt per speler het aantal gele kaarten bij. Een speler aan wie een derde gele kaart getoond wordt, is automatisch geschorst voor de volgende wedstrijd.
Vanaf dat moment zal elke volgende gele kaart voor die speler resulteren in een automatische schorsing voor de eerstvolgende wedstrijd. De schorsingen worden vermeld op de website.
Omdat ook reservespelers als speler beschouwd worden, kunnen ook zij een gele kaart oplopen, zonder dat ze daarvoor op het veld hoeven te staan.
Wanneer iemand (supporter, wisselspeler enz.) zich schuldig maakt aan uitermate onbehoorlijk gedrag, overlegt de scheidsrechter met de kapitein van de betrokken ploeg. Als die niet ingrijpt om de rust te laten terugkeren, kan de scheidsrechter besluiten om hem een gele of rode kaart te tonen.
Wanneer iemand het speelveld betreedt met een andere intentie dan geldig deelnemen (supporter, wisselspeler enz.), wordt het spel onmiddellijk stilgelegd. De scheidsrechter zal een straf toepassen, hetzij op de betrokken speler, hetzij op de ploegkapitein, en het spel hernemen met een scheidsrechtersbal of de wedstrijd beëindigen met een 5-0 forfaitscore voor de tegenpartij.
c) Rechtstreekse uitsluiting (rode kaart)
Een speler kan ook rechtstreeks en definitief door de scheidsrechter van het veld worden verwezen en voor de verdere duur van de wedstrijd uitgesloten worden wanneer de scheidsrechter die sanctie in evenredigheid met de begane fout beschouwt.
De gevolgen:
- de betrokken speler moet onmiddellijk het terrein en de zaal verlaten
- de ploegkapitein zal erop toezien dat dit strikt gebeurt
- de ploeg van de uitgesloten speler moet de wedstrijd verderzetten met één speler minder op het veld.
Ook reservespelers kunnen een definitieve uitsluiting oplopen, zonder dat ze daarvoor op het veld hoeven te staan. In dat geval wordt de speler in kwestie uit de zaal verwezen, moet één van de ploegmaats op het terrein het speelveld verlaten en moet de ploeg de wedstrijd afwerken met één speler minder.
9. Schorsingen
Een rechtstreekse en definitieve uitsluiting heeft automatisch de schorsing van de betrokken speler op de eerstvolgende competitie- of bekerdag voor gevolg. Op deze speeldag zal het bestuur de strafmaat voor de betrokken speler bepalen in functie van volgende vaste regels, die de minimale strafmaat inhouden:
- Zware fout op een tegenspeler minimum 1 speeldag
- Verbaal geweld t.o.v. de scheidsrechter of een tegenstrever minimum 1 speeldag
- Fysiek geweld t.o.v. een tegenstrever minimum 3 speeldagen
- Fysiek geweld t.o.v. de scheidsrechter minimum 5 speeldagen
Bij herhaling van gelijkaardige feiten of overtredingen wordt er bij de bepaling van de strafmaat rekening gehouden met vorige schorsingen tijdens hetzelfde seizoen.
Indien het bestuur besluit een speler langer dan één speeldag te schorsen, zal deze speler d.m.v. een e-mail op de hoogte gebracht worden. Als de speler gehoord wil worden door het bestuur, moet hij het bestuur daarvan per e-mail op de hoogte brengen.
Het bestuur kan te allen tijde, na overleg met de scheidsrechters of op aangeven van de bevoegde scheidsrechter, beslissen om geen verder gevolg of sanctie aan een rode kaart te geven. Deze beslissing kan eenzijdig en uitsluitend door het bestuur genomen worden en de betreffende uitsluiting in de wedstrijd heeft dan geen verdere consequenties.
In ernstige gevallen kan het bestuur steeds overgaan tot de definitieve verwijdering van spelers uit de vereniging.
10. Aftrap
De aftrap wordt genomen bij aanvang van het spel en na elk doelpunt in het middelpunt van het speelveld. De ploegen staan elk op de eigen zijde van het speelveld. De tegenstanders behouden een minimumafstand van 3 meter tot er een eerste balcontact is geweest. De speler die de aftrap gegeven heeft, mag geen tweede maal de bal spelen voordat die door een andere speler aangeraakt is. De bal moet niet langer voorwaarts worden afgetrapt. Na de rust wisselen de ploegen van speelhelft.
11. Bal uit het spel
De bal is uit het spel:
- wanneer hij volledig over een zij- of doellijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij in de lucht
- wanneer hij het plafond of armaturen heeft geraakt
- wanneer het spel door de scheidsrechter wordt stilgelegd
12. Intrap langs de zijlijn
Als de bal buiten gaat, brengt de andere ploeg hem met de voet in van op de zijlijn.
Als de bal het plafond raakt, is hij voor de andere ploeg. De bal moet dan op de zijlijn ter hoogte van de plaats van het contact gelegd worden, tenzij de scheids anders oordeelt - dan moeten zijn aanwijzingen worden opgevolgd.
De bal moet stilliggen, achter de lijn en dus buiten het speelveld, met toepassing van de tijdregel (binnen de 5 seconden vanaf het moment dat de bal op zijn plaats ligt). Als die regels niet gerespecteerd worden, wordt de intrap hernomen door de tegenpartij. Bij een intrap moeten de tegenstrevers een afstand van minstens drie meter aanhouden ten opzichte van de plaats waar de intrap gegeven wordt. De niet-naleving van deze regel wordt bestraft met een onrechtstreekse vrijschop vanop de plaats waar de overtreder zich bevond. Bij een intrap kan niet rechtstreeks gescoord worden, maar het doelpunt is wel geldig als de bal op weg naar het doel door een andere speler aangeraakt wordt.
13. Rechtstreekse vrijschop
Wordt gefloten bij een foutief fysiek contact met speler of bal. De scheidsrechter wijst met zijn arm naar het doel van de tegenstander.
Een rechtstreekse vrijschop wordt gegeven tegen een speler die:
-bij foutief contact met een tegenstander:
- een tegenstrever aantrapt
- een tegenstrever beentje licht
- een sliding tackle uitvoert*
- op een tegenstrever springt
- een tegenstrever tegenhoudt met de hand, arm of door aan diens uitrusting te trekken
- een tegenstrever langs achter aanvalt en hem op welke wijze dan ook raakt
- een tegenstrever op gewelddadige of gevaarlijke wijze aanvalt
-bij foutief contact met de bal:
- de bal opzettelijk met de hand speelt**
- de bal die zich in de voeten van de tegenstander bevindt met de voetzool blokkeert op het ogenblik dat de tegenstander op de bal trapt.
Deze fases worden bestraft met een rechtstreekse vrijschop, en in het strafschopgebied met een strafschop. De scheidsrechter kan bovendien elk van deze overtredingen bestraffen met een gele of rode kaart.
* Een "sliding tackle" is ten strengste verboden en wordt bestraft met een rechtstreekse vrijschop; tevens kan de scheidsrechter een sliding tackle bijkomend bestraffen met een gele of rode kaart. Toelichting : het glijdend weghalen van de bal (om die uit het doel of binnen het speelveld te houden) is wel een sliding maar geen tackle. Een tackle veronderstelt automatisch een lichamelijk contact. Nochtans zal een dergelijke sliding toch als tackle beschouwd worden wanneer deze uitgevoerd wordt met een tegenstrever in de buurt, met andere woorden wanneer er gevaar bestaat voor het alsnog raken van een tegenstander of eigen ploegmaat. De interpretatie hiervan ligt uitsluitend bij de scheidsrechter.
** De bal mag door geen enkele speler vrijwillig met de hand of de armen worden gespeeld. Bij overtreding wordt een rechtstreekse vrijschop toegekend aan de tegenpartij. Wanneer de overtreding gebeurt binnen de strafschopzone van de eigen ploeg, wordt dit bestraft met een strafschop. Bovendien kan de scheidsrechter het opzettelijk handspel bestraffen met een gele of rode kaart. Bij vrijwillig handspel neemt men aan dat er een beweging moet zijn van de arm of de hand naar de bal toe. De interpretatie valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de scheidsrechter.
14 Onrechtstreekse vrijschop
Wordt gefloten bij elke fout waarbij er geen fout fysiek contact was met speler of bal. De scheidsrechter geeft aan dat het om een indirecte vrije schop gaat door zijn arm boven het hoofd te heffen. Hij doet de arm pas naar beneden als de schop is.
Een onrechtstreekse vrije trap wordt gegeven voor een speler die:
- de bal op gevaarlijke wijze speelt door de voet te hoog te heffen, door te laag te koppen, door met beide voeten naar de bal te springen wanneer deze door de tegenstrever gevoerd wordt, of door de bal op de grond liggend te willen spelen
- de tegenstander door woorden of gebaren probeert te beïnvloeden
- de tegenstander langs achter aanvalt op een manier die de scheids als gevaarlijk beoordeelt zonder hem te raken
- de tegenstrever belet te spelen (obstructie)
- zich schuldig maakt aan protest tegen de scheidsrechter
- zich schuldig maakt aan onfatsoenlijke opmerkingen of gedrag tegenover medespelers als tegenstrevers
- de bal tegen de zoldering trapt
- foutief vervangt
- het doel verplaatst
- zich schuldig maakt aan spelbederf of tracht opzettelijk tijd te winnen.
De scheidsrechter kan bovendien elk van deze overtredingen bestraffen met een gele of rode kaart.
* De buitenspelregel is bij mini-/ zaalvoetbal niet van toepassing.
15. Gevaarlijk spel
Op een gevaarlijke wijze spelen is een actie waarbij de speler, in een poging om de bal te spelen, de tegenstander of hemzelf kan blesseren. De actie vindt dus plaats met de tegenstander in de buurt. Ook een actie die de tegenstander de bal verhindert te spelen uit angst zichzelf of de andere speler te blesseren kan als "gevaarlijk spel" door de scheids gefloten worden en wordt bestraft met een onrechtstreekse vrijschop.
Spelen "op een gevaarlijke wijze" houdt dus in dat er geen fysiek contact met de tegenstander moet geweest zijn om bestraft te kunnen worden. Indien er wel foutief fysiek contact is geweest, wordt de actie steeds bestraft met een directe vrije schop of strafschop en eventueel een kaart.
Hakjes: Het doorspelen van de bal met een hakje is alleen gevaarlijk spel als de tegenstrever kan geraakt worden. Als de ruimte tussen de balvoerder en de tegenstrever groot genoeg is en er geen gevaar dreigt om onverhoeds door de hak te worden geraakt, is het hakje geen gevaarlijk spel. Het ligt uitsluitend in de bevoegdheid van de scheidsrechter de hakbeweging als gevaarlijk dan wel als gevaarloos te interpreteren.
De bal mag dus met de hak of liggend gespeeld worden als er geen tegenstander in de buurt is én de actie geen direct gevaar oplevert voor een tegenstander. Als de bal "op een beheerste wijze" met de voetzool of middenvoet (ipv de hiel) achterwaarts gespeeld wordt, is er ook geen sprake van gevaarlijk spel. De interpretatie valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de scheidsrechter.
Er mag niet van achter worden aangevallen en er mag geen bewust lichamelijk contact zijn. Verder mag de speelwijze geen gevaar opleveren voor de tegenstander. Het is enkel aan de scheids om deze beoordeling te maken.
De voordeelregel is in de gewone competitie niet van toepassing. Tijdens de bekercompetitie mag de scheidsrechter deze regel wél toepassen. In dat geval kan de scheidsrechter ook alsnog de vrije trap toekennen en eventueel een kaart geven.
16. De scheidsrechterbal
Een scheidsrechtersbal wordt toegekend:
- Wanneer twee tegenstanders gelijktijdig een even zware fout begaan en de scheidsrechter meent te moeten ingrijpen
- bij een vergissing van de scheidsrechter
- wanneer zich een vreemd voorwerp op het terrein bevindt waardoor het spel beïnvloed wordt
- wanneer de bal tegen de scheidsrechter botst en dit het normale verloop van het spel verstoort
- harde knal op het doelkader waardoor spelhinder ontstaat.
- wanneer de scheidsrechter het spel stillegt - voor kwetsuren. - wegens protest of incidenten in de veiligheidszone. - wanneer iemand (coach, bestuurslid, supporter, wisselspeler enz.) het veld betreedt met andere intenties dan vervangingen.
- bij het stukgaan van de bal.
- wanneer beide ploegen op hetzelfde moment onreglementair vervangen
- bij alle andere onvoorziene gevallen door de scheidsrechter te bepalen.
17. De scheidsrechter
Wedstrijden worden geleid door een scheidsrechter aangesteld door het bestuur. In uitzonderlijke gevallen moeten de teams zelf een scheidsrechter ter beschikking stellen. Dit wordt tijdig meegedeeld.
Een ploeg die in gebreke blijft en geen scheidsrechter levert, verliest haar eerstvolgende wedstrijd met forfaitcijfers en de bijhorende 0 punten voor het klassement.
Het oordeel van de scheidsrechter is bindend en zijn beslissingen onaanvechtbaar. De spelers moeten de beslissingen van de scheidsrechters zonder meer aanvaarden. Aanhoudend of beledigend protest aan het adres van de scheidsrechter wordt bestraft met een gele of rode kaart.
De scheidsrechter heeft de bevoegdheid het spel te onderbreken of definitief te staken als hij dat nodig acht, bijvoorbeeld wanneer er geweld dreigt tussen spelers en/of supporters of bij ontoelaatbaar en aanhoudend protest.
Hij moet het spel onmiddellijk onderbreken indien een speler ernstig gekwetst is. Indien het een lichte geblesseerde betreft, zal hij het spel onderbreken op het einde van de spelfase. Een licht geblesseerde speler mag niet op het speelveld verzorgd worden.
Een speler die op de grond blijft liggen, moet steeds beschouwd worden als een speler die ernstig gekwetst.
18. Reglementswijzigingen
Reglementen zijn zelden definitief en kunnen dus aangepast, verbeterd of gewijzigd worden. Het staat het bestuur vrij om de nodige aanpassingen te doen mits de nodige informatieverstrekking naar alle betrokkenen.
Opgesteld te Antwerpen, 1 september 1979
Laatste versie 2 september 2019